.png){kind=small}
Vanaf dag één betalen de klanten van Etiquet ons niet alleen in geld, maar ook in impact. 5% van onze omzet investeren wij dan ook direct in mens en milieu. Jup, omzet, niet winst. Best een flinke duit, maar ook iets waar we heel trots op zijn. Deze impact-betaling hebben we formeel vastgelegd en komt ten goede van onze partners Solidaridad en Lenteland. Vandaag stellen we Lenteland graag aan je voor.
Aan ‘t woord is Wouter Veer. Wouter is ondernemer in hart en nieren, en impact investor. Sinds 2021 zet hij zijn kennis, kapitaal en ondernemerschap in voor Lenteland, waarmee hij de komende 10 jaar minstens 100 regeneratieve gemeenschapsboerderijen wil ontwikkelen. Hoe cool is dat?
Laten we bij 't begin beginnen: hoe ziet een betere wereld eruit volgens Lenteland? Waar gaan en staan jullie voor?
Wij zijn ervan overtuigd dat landbouw en natuur heel goed samen gaan. En dat we als mens weer meer onderdeel moeten uitmaken van ons ecosysteem.
Met Lenteland boerderijen willen we laten zien dat het mogelijk is om onszelf op een kleinere schaal te voorzien van gezond voedsel, water, warmte en gemeenschapszin. Met de juiste vorm van landbouw en gezond ondernemerschap laten we deze plekken opbloeien en maken we onszelf minder afhankelijk van de ontwikkelingen om ons heen.
We willen graag dat iedereen hieraan mee kan doen. De Lenteland boerderijen en Lenteland zelf zijn coöperaties waarin je kan deelnemen. Je wordt dan mede-eigenaar van de grond en de boerderij(en) en je hebt een stem bij belangrijke beslissingen. Door mee te investeren in de boerderijen, zorg je er ook voor dat we nog meer van dit soort plekken kunnen ontwikkelen in Nederland.
De toekomst van landbouw is dus regeneratief volgens jullie. Wat maakt deze werk- en levenswijze (letterlijk) duurzaam? En hoe brengen jullie dit in de praktijk?
Je kan op elke plek in Nederland een vorm van landbouw toepassen die gezonde voeding oplevert én de natuur versterkt. Deze vorm van landbouw kent vele namen, zoals agro-ecologie, regeneratief of natuur inclusief. Het maakt ons niet uit hoe we het noemen, als we er maar mee aan de slag gaan. Dat doen we op de Lenteland boerderijen.
De boeren op Lenteland boerderijen werken continue aan het creëren van meer leven, in de bodem en op het land. Ze werken zonder kunstmest, gif en met zo min mogelijk zware machines. De plantenbedden krijgen een dikke laag compost, waardoor het bodemleven enorm toeneemt en planten goed groeien. Er is een grote diversiteit aan planten en er wordt een agroforestry-systeem (soort voedselbos) aangelegd.
Door regeneratief te boeren, maak je de bodem gezond, sla je CO2 op en vergroot je de biodiversiteit. Na een aantal jaren zie je het bodemleven verbeteren (wat ook zorgt voor gezonde producten), wordt de plek minder vatbaar voor droogte of zware regenval en zie je het aantal insecten, vogels en andere dieren toenemen. Deze manier van boeren zorgt er dus voor dat je op lange termijn op dezelfde plek groente en fruit kan blijven verbouwen. De plek wordt namelijk alleen maar meer vruchtbaar en is dus ook economisch regeneratief.
Tuinboerderij Erve Kiekebos, onderdeel van de Lenteland-community.
Waarom hebben jullie gekozen voor het model van een coöperatie? Wat is de kracht van dit model in jullie ogen?
De grond en boerderij zijn inderdaad niet in eigendom van de boer, maar van de coöperatie. Zo blijven de grond en boerderij, los van wat er met de boer gebeurt, voor altijd bestemd voor de productie van vers eten voor de buurt.
Deze vorm zorgt er ook voor dat iedereen die interesse heeft kan deelnemen en een stem heeft bij belangrijke beslissingen. Zo krijgen we met elkaar weer meer grip op de grond om ons heen en op onze eigen voedselproductie.
Veel mensen zullen, net als wij, de docu ‘The Biggest Little Farm’ gezien hebben. Moeten we aan zo'n soort transformatie denken wanneer een stuk grond onder de hoede van een LenteLand boer komt? Of: hoe gaat het er écht aan toe op de boerderij?
Voor veel lenteland boeren is deze film een inspiratiebron. Het geeft de transformatie mooi weer die we nastreven en het sluit aan bij de denkwijze: als er iets mis gaat met de groente- of fruitproductie, ga je op zoek naar natuurlijke elementen die je kan toevoegen om het ecosysteem weer in balans te krijgen.
Onze conclusie is óók dat deze film een erg romantisch beeld schetst van het boerenleven. Het is namelijk erg zwaar werk met veel repeterende werkzaamheden, in weer en wind. Je moet ontzettend veel kunnen, niet alleen op het land, maar ook zakelijk gezien en in het contact met klanten, de buurt en collega-boeren.
Bovendien ben je altijd op je werk. Dat heeft iets heel moois, maar daar moeten de boeren waar wij mee werken soms aan wennen.
Als je groots droomt, hoe ziet de Nederlandse landbouw er dan over 20 jaar uit? Welke boodschap kunnen wij onze klanten en volgers meegeven, om een eerste stap in die richting te zetten?
We hebben niet minder boeren nodig, maar veel meer. In onze ideale wereld liggen er om elke stad, en verdeeld door heel Nederland, veel kleinschalige multifunctionele boerderijen met gedeeld eigenaarschap. Boerderijen waar - in harmonie met de natuur en met de mensen in de omgeving - gezond voedsel wordt geproduceerd voor de lokale markt. Dat hoeven natuurlijk niet allemaal Lenteland boerderijen te zijn; er zijn ook veel andere geschikte vormen.